Wat is valideren?

Betekenis

Valideren betekent “geldig verklaren”. Maar met het valideren van meetgegevens bedoelt men doorgaans “de gegevens ontdoen van foute en onbetrouwbare meetwaarden”.

Valideren is een betrouwbaarheidsvlag bij meetwaarden zetten

Bij het valideren van meetgegevens wordt er een kenmerk (vlag) bij de meetwaarden gezet. De vlag geeft aan of de meetwaarde (waarschijnlijk) wel of niet klopt. Meestal zijn er vier verschillende vlaggen:

  • (nog) niet gevalideerd
  • valide (betrouwbaar)
  • twijfelachtig
  • invalide (fout of onbetrouwbaar)

Valideren gebeurt om twee redenen

  • Voorafgaand aan analyses worden foute meetwaarden eruit gehaald, om te voorkomen dat de analyseresultaten worden vertekend of verkeerde conclusies worden getrokken. Ook kunnen foute waarden het analyseren moeilijker maken (door onverklaarbaar gedrag).
  • Door te valideren worden fouten opgespoord, zodat actie kan worden ondernomen om de meetapparatuur (of meetopzet) te controleren en zonodig te herstellen. Dit is belangrijk om de hoeveelheid fouten te verkleinen en laag te houden.

Geen zekerheid

Ook validatievlaggen zijn niet 100% betrouwbaar. Soms kan met zekerheid gesteld worden dat een meetwaarde fout is. Bijvoorbeeld, als een meting een meetbereik heeft van 0 tot 2 meter, dan is een meetwaarde van 33 meter zeker fout. Er kan echter nooit met absolute zekerheid gesteld worden dat een meetwaarde goed is. Dus valideren is eigenlijk onmogelijk. Invalideren kan wel.

Meestal is het geen probleem dat validatievlaggen niet 100% betrouwbaar zijn. Het gaat erom dat foute meetwaarden de analyseresultaten niet vertekenen. Afhankelijk van het soort analyse volstaat het om de meeste en/of de grootste fouten eruit te halen. En soms volstaat het om tijdig op te sporen dat er fouten zijn, zodat actie genomen wordt om de meetopzet en apparatuur te controleren en te herstellen.

Valideren is vergelijken

Valideren gebeurt vrijwel altijd door de meetwaarden te vergelijken met andere informatie. Er kan gekeken worden naar (in volgorde van toenemende complexiteit):

  • Meetwaarde
    Bij zeer eenvoudige validaties wordt alleen naar de meetwaarde zelf gekeken. Deze wordt vergeleken met grenswaarden zoals het minimum en maximum meetbereik. Meetwaarden buiten het bereik worden afgekeurd.
  • Meetreeks
    Een stapje geavanceerder is om naar de hele meetreeks te kijken. Er kan bijvoorbeeld beoordeeld worden hoe een meetwaarde zich verhoudt tot de rest van de meetreeks. De bekendste voorbeelden van dit soort validaties zijn uitbijters en uitschieters.
  • Andere meetreeksen
    Een meetwaarde (of een hele meetreeks) kan met andere reeksen worden vergeleken. Dat kan een naburige meting zijn van dezelfde soort, of een ander soort meting. Er kan gekeken worden naar het verschil tussen meetwaarden en naar trendverschillen.
  • Verwachtingswaarde
    Het meest complex is om meetwaarden te vergelijken met verwachtingswaarden. Grote afwijkingen tussen meetwaarden en te verwachten waarden duiden op een denkfout of op foute meetwaarden. Een voorbeeld is het vergelijken van meetwaarden met de uitkomsten van modelberekeningen.

ValidatieTools gebruikt al deze technieken en combinaties daarvan. Een bijzondere vorm van valideren is het controleren van de status van apparatuur. Sommige meetapparatuur heeft sensoren die storingen registreren. Bij een storing in de meetapparatuur zijn de meetwaarden niet zondermeer te vertrouwen. Dit kan reden zijn om de meetwaarden tijdens storingen te markeren als twijfelachtig of invalide. Ook deze techniek kan in ValidatieTools worden toegepast, door storingsreeksen op te nemen.